Meng als eerste de gist in een kom met het water. Roer het zout, de extra vergine olijfolie en de geplukte citroentijm/tijm erdoor heen.

Voeg het meel in delen toe en roer het deeg goed. Het deeg moet vochtig zijn. Laat het deeg minstens 5 a 6 uur in een grote bak (op bakpapier) in de koelkast of koel rijzen, dit kan ook de gehele nacht.

Het deeg is goed gerezen als het verdubbeld is in grootte. Smeer de gietijzeren pan in met olijfolie en vervolgens zeef je er wat bloem overheen (dan komt hij goed los na het bakken). Leg het deeg in de pan en laat het brood een half uur bij kamertemperatuur staan.

*Je kan ook het deeg voor de zekerheid op bakpapier in de pan leggen.

Voeg wat extra vergine olijfolie op de focaccia met wat citroenrasp (van een halve citroen) en strooi er wat zout overheen. Doe de pan met deksel erop in een voorverwarmde oven van 200°C (hete lucht) en bak het brood gedurende 30-35 minuten. Tik er even op en als het hol klinkt is het brood gaar.

Voordat je het uitserveert laat het brood even iets afkoelen.