Zorg er als eerste voor dat je een liter bouillon op het vuur hebt staan. Snijd het sjalotje fijn, zet een anti-aanbakpan op middelhoog vuur en voeg hier wat olijfolie aan toe. Als de olie net heet genoeg is, voeg je de citroenrasp en de fijngesneden sjalot toe. Roer even en voeg dan

1/2 ook de risottorijst toe.

Roer ongeveer twee minuten en zorg ervoor dat alle korrels mooi bedekt worden door de olijfolie.

Blus het geheel af met een half glas witte wijn. Het is belangrijk om te blijven roeren. Als al het vocht vrijwel verdampt is, zet je het vuur wat lager. Voeg dan telkens een flinke scheut bouillon toe aan de risotto. Blijf roeren.

Als de korrel wat dikker en zowel gaar is geworden (dit duurt ongeveer 20 minuten) roer je er ook beetje bij beetje wat Parmezaanse kaas door. Zo wordt je risotto smeuïger (én lekkerder).

Snijd de groene asperges in stukjes van ongeveer drie centimeter lang. Voeg deze aan de risotto toe, ze garen vrij snel. Voeg een beetje vers citroensap toe en breng op smaak met peper en zout. Draai dan het vuur onder de risotto uit en laat de risotto met het deksel op de pan nog even nagaren.

Zet een (grill)pan op het vuur. Voeg een scheutje olijfolie en de fijngehakte (of geperste) knoflook toe, leg de gamba’s in hun geheel in de pan en bak ze aan beiden kanten ongeveer twee minuten, totdat ze een mooie roze/oranje kleur hebben gekregen. Serveer de garnalen op de risotto met groene asperges.

Wil je het helemaal op zijn Italiaans maken? Roer er dan als laatste nog een klontje roomboter doorheen, dan wordt de risotto fluweelzacht.